Werkgroep Nederlands als wetenschapstaal

De Staat van het Nederlands (Taalunie, 2019) toont aan dat het Nederlands als wetenschapstaal onder druk staat. Het Nederlands als wetenschapstaal is vooral een taal van het hoger onderwijs. In dat hoger onderwijs wordt kennis doorgegeven en verworven in een combinatie van ‘gewoon’ Nederlands, wetenschappelijk Nederlands of vakjargon, specifiek aan het vakgebied (bv. pathologie in de gezondheidszorg), en academisch Nederlands, specifiek aan het hoger onderwijs, maar gedeeld door alle vakgebieden (bv. significant). Indien het Nederlands als wetenschapstaal vervangen wordt, uit zich dit vooral in deze twee specifieke woordenschatsregister, wetenschappelijk en academisch Nederlands, omdat die enkel in deze context doorgegeven en verworven worden. Om het Nederlands als wetenschapstaal te versterken, wordt best ingezet deze specifieke woordenschatregisters. En dat is het doel van deze werkgroep: een eerste steen leggen door het capteren en ontsluiten van beide registers om zo het Nederlands als wetenschapstaal te versterken.

De werkgroep is gestart met het verzamelen van materiaal om een geschreven én gesproken corpus wetenschappelijk en academisch Nederlands aan te leggen.

Interesse om mee te werken? Neem contact op met Pieterjan Bonne.

De huidige leden zijn:

  • Elke Peters (KU Leuven)
  • Pieterjan Bonne (Arteveldehogeschool)
  • Bas van Eerd (Hogeschool van Amsterdam)
  • Mit Leuridan en Liesbet Triest (UGent)
  • Lieve De Wachter en Serge Verlinden (ILT – KU Leuven)
  • Frieda Steurs (INT)