Terugblik op de tweede werkdag van het Platform Taalbeleid

2 mei 2024 door Mathilde van Vliet

Op 22 maart 2024 vond de tweede werkdag van het Platform Taalbeleid plaats op de Stadscampus (UA) in Antwerpen. Een diverse groep genodigden uit het werkveld nam deel met als ambitie het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op taalbeleid. De dag werd gekenmerkt door levendige discussies en diepgaande inzichten.

Streven naar samenhang en visie
Frank van Splunder (UA) opende de werkdag met een inspirerende inleiding. Hij benadrukte de rijkdom aan expertise op het gebied van taalbeleid, maar wees ook op de versnippering die het moeilijk maakt om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Het doel van de dag was dan ook om deze expertise te bundelen en een gezamenlijke visie op taalbeleid te formuleren. Centraal stond de vraag: welke keuzes dienen we te maken?

Balanceren tussen internationalisering en taalvaardigheid
Carel Jansen (RU Groningen) deelde inzichten over het Nederlandse wetsvoorstel Internationalisering in Balans. Het wetsvoorstel is een reactie op de verregaande verengelsing van het hoger onderwijs in Nederland en streeft naar een betere regulering van de internationale instroom van studenten en bevordering van taalvaardigheid. Een belangrijk punt van discussie was de 2/3 norm voor Nederlandstalige curricula en de inspanningsverplichting voor instellingen om taalvaardigheid te bevorderen.
Godelieve Laureys (UGent) presenteerde Language Matters, het standpunt van de Vlaamse Academie. Door de toename van de internationalisering van onderzoek en onderwijs heeft het Engels in de afgelopen decennia geleidelijk een belangrijke plaats veroverd aan de Vlaamse universiteiten. Sommigen vrezen dat de opmars van het Engels een bedreiging vormt voor het Nederlands. Ze waarschuwen voor de ‘verengelsing’ van onze universiteiten. In Language Matters pleiten de auteurs voor een tweesporenbeleid waarin zowel het Nederlands als het Engels een prominente rol krijgen.

Plenaire discussie
De plenaire discussie richtte zich op cruciale thema’s zoals autonomie, de rol van de Taalunie, meertaligheid en kwaliteit in het hoger onderwijs. De aanwezigen pleitten voor meer autonomie voor universiteiten en hogescholen, waarbij zelfregie en maatwerk centraal staan. Meertaligheid werd gezien als een meerwaarde, maar met een focus op het Nederlands als primaire voertaal. De discussie over kwaliteit benadrukte het belang van taalvaardigheid in relatie tot opleiding, beroep en samenleving. Het is belangrijk om steeds een veilige omgeving te creĆ«ren waarin studenten zich kunnen ontwikkelen en docenten zich kunnen professionaliseren op het gebied van taal.

Wat nu?
Deze tweede werkdag in Antwerpen markeerde een belangrijke stap richting een gezamenlijke visie op taalbeleid in het hoger onderwijs. De discussies en inzichten bieden waardevolle input voor verdere beleidsvorming en praktijkontwikkeling. Als Platform Taalbeleid streven we ernaar deze input te integreren in toekomstige initiatieven en beleidsvoorstellen. Samen met alle betrokkenen blijven we werken aan een inclusief, kwalitatief en taalrijk hoger onderwijslandschap.