Internationalisering en taalbeleid
Het Nederlandse Kabinet van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap reageert op het interdepartementaal beleidsonderzoek Internationalisering van het (hoger) onderwijs in de brief in de bijlage. De link naar taalbeleid en de effecten op de Nederlandse taal en context komt sterk naar voor, alsook voornemens om ervaren ongewenste effecten op te vangen (bijvoorbeeld door te garanderen dat er een echte Nederlandstalige variant van een opleiding bestaat – pagina 8). De tekst houdt de balans tussen het belang van internationalisering om onderwijs toonaangevend en competitief te maken en het belang van (onderwijs in het) Nederlands voor en in de samenleving. Ik haal twee conclusies voor u naar voor.
Een eerste conclusie stelt dat aandacht voor het Nederlands ook voor buitenlandse studenten niet onbelangrijk is: “Aandacht in het hoger onderwijs voor de Nederlandse taal is belangrijk, omdat het bijdraagt aan de aansluiting van het onderwijs op de Nederlandse arbeidsmarkt en aan het behoud en de ontwikkeling van de Nederlandse taal als zodanig. Voor individuele studenten is kennis van de Nederlandse taal bovendien belangrijk voor hun verbinding met de Nederlandse samenleving op zowel lokaal als nationaal niveau en de aansluiting van het onderwijs op de Nederlandse arbeidsmarkt.” (pagina 5). Er wordt gewezen op de kansen om in te zetten om meertaligheid als alternatief voor volledig anderstalig onderwijs.
Een tweede conclusie richt zich op de taalvaardigheid van studenten en docenten. Het kabinet wil samen met de sector een norm concretiseren voor uitdrukkingsvaardigheid voor studenten (pagina 7), maar doet dit niet voor docenten (de voorgestelde C1-norm, die in Vlaanderen wel geldt, wordt niet aangenomen). Er wordt gewezen op het actieve beleid van instellingen voor docenten. Er wordt verwacht dat instellingen bewuste keuzes maken taalbeleid en dat docenten bewust taalbeleid voeren (pagina 10).
De brief beschrijft veel meer dan deze twee conclusies. Doorheen gans de tekst blijft het Kabinet de balans houden tussen kansen en zorgen. Taalbeleid en internationalisering hoeven elkaar niet tegen te werken, maar kunnen versterkend werken voor een open en inclusieve internationale omgeving binnen Nederland (en Vlaanderen).